De neurobioloog Jaak Panksepp heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de emoties van zoogdieren, waaronder honden. Uit zijn onderzoek blijkt dat emoties geen menselijke projecties zijn, maar diepgewortelde neurologische systemen die bij alle zoogdieren aanwezig zijn.
Hij identificeerde zeven primaire emotionele systemen in de hersenen van zoogdieren, die direct van invloed zijn op gedrag. Dit betekent dat honden niet zomaar reageren, maar dat hun gedrag voortkomt uit een diepere emotionele beleving. Het begrijpen van deze emoties is essentieel voor iedereen die zijn hond écht wil begrijpen. Laten we de zeven emoties eens nader onderzoeken:
SEEKING (Zoekend gedrag)
Dit systeem motiveert een hond om op ontdekking te gaan, nieuwe prikkels te onderzoeken en te leren van zijn omgeving. Dit is de basis van nieuwsgierigheid en motivatie. Het SEEKING-systeem is cruciaal voor het natuurlijke gedrag van honden en ligt ten grondslag aan het verkennen van de omgeving, speuren en probleemoplossend vermogen.
SEEKING is het systeem dat ervoor zorgt dat een hond enthousiast wordt van nieuwe omgevingen en geuren. Dit is waarom honden zo van snuffelen houden: het activeert hun beloningssysteem en houdt hun brein actief. Dit systeem is ALTIJD actief in combinatie met een andere emotie.
RAGE (Woede en frustratie)
Het RAGE-systeem wordt geactiveerd wanneer een hond belemmerd wordt in zijn vrijheid of wanneer hij frustratie ervaart. Dit kan voortkomen uit pijn, beperkingen of een gebrek aan controle over de omgeving. Dit systeem heeft een evolutionair doel: het maakt een dier strijdvaardig wanneer dat nodig is. Bij honden kan RAGE zich uiten in prikkelbaarheid, defensief gedrag en agressie.
Hoewel agressie vaak als ‘slecht’ wordt bestempeld, is het in de kern een normale emotionele reactie. Het ontstaat wanneer een hond zich in een situatie bevindt waarin hij zich niet gehoord of begrepen voelt. RAGE kan ontstaan door fysieke beperkingen (zoals aan de lijn lopen zonder bewegingsvrijheid), door frustratie (een hond die niet bij iets kan wat hij wil) of door herhaalde negatieve ervaringen.
FEAR (Angst)
Het FEAR-systeem is een essentieel overlevingsmechanisme dat ervoor zorgt dat een hond dreiging herkent en daarop reageert door te vluchten, te bevriezen of zich te verdedigen. Angst is een van de meest voorkomende oorzaken van gedragsproblemen bij honden. Wanneer een hond angstig is, gaat zijn lichaam in een verhoogde staat van paraatheid, waardoor hij sneller reageert op prikkels in zijn omgeving.
Angst bij honden kan ontstaan door een gebrek aan socialisatie, negatieve ervaringen of genetische aanleg. Chronische angst heeft een grote invloed op het welzijn van een hond. Een hond die voortdurend in een staat van angst verkeert, heeft moeite om te ontspannen en kan uiteindelijk gezondheidsproblemen ontwikkelen.
LUST (Voortplantingsdrang en sociale aantrekkingskracht)
Het LUST-systeem reguleert seksueel gedrag en de drang naar sociaal contact. Dit systeem is sterk beïnvloed door hormonen en speelt een rol in hoe honden met elkaar en met mensen omgaan. Dit gaat niet alleen over voortplanting, maar ook over aantrekkingskracht en hechting binnen sociale structuren.
Bij intacte honden kan dit systeem leiden tot sterk gemotiveerd gedrag, zoals het volgen van geuren, rijgedrag en intens snuffelen. LUST kan echter ook bijdragen aan sociale banden en vriendschappen tussen honden en mensen.
CARE (Zorgzaamheid en hechting)
Het CARE-systeem is de basis van moederzorg en sociale binding. Dit is waarom moederhonden hun pups verzorgen, waarom honden troost zoeken bij hun eigenaar en waarom ze genegenheid tonen. Dit systeem stimuleert niet alleen verzorgend gedrag, maar ook empathie en sociale ondersteuning.
Honden met een sterk ontwikkeld CARE-systeem kunnen intens loyaal zijn en zich zeer gehecht voelen aan hun eigenaar. Dit systeem verklaart waarom honden troost zoeken wanneer ze zich onzeker voelen en waarom ze emotioneel reageren op de stemming van hun eigenaar.
PANIC/GRIEF (Paniek en verdriet)
Het PANIC/GRIEF-systeem wordt geactiveerd wanneer een hond gescheiden wordt van zijn sociale groep of een verlies ervaart. Dit systeem is verantwoordelijk voor hechtingsproblemen en verlatingsangst. Honden zijn van nature sociale dieren, en wanneer ze gescheiden worden van hun roedel (of eigenaar), kan dit intens verdriet en paniek veroorzaken.
Honden die langdurig aan hun lot worden overgelaten of geen veilige hechting hebben met hun eigenaar, kunnen hierdoor depressief of extreem afhankelijk worden. Dit systeem verklaart ook waarom sommige honden intens reageren op het verlies van een maatje en waarom verlatingsangst zo’n grote impact heeft op hun welzijn.
PLAY (Spel en sociale interactie)
Spelen is niet alleen “leuk” voor honden; het is een essentiële emotie die bijdraagt aan sociale interactie, zelfvertrouwen en stressregulatie. Het PLAY-systeem stimuleert spontane interacties, vreugdevolle momenten en de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Spel is ook een manier waarop honden hun emoties reguleren en spanning loslaten.
Honden die regelmatig spelen, ontwikkelen vaak betere sociale vaardigheden en kunnen beter omgaan met stressvolle situaties. Spel is niet alleen fysiek belangrijk, maar ook mentaal stimulerend en helpt honden zich beter aan te passen aan nieuwe ervaringen. Oh ja… dit hoeft niet altijd met andere honden te zijn. Honden zijn sociale wezens en zoeken graag contact met andere sociale wezens. Dat kunnen wij dus ook zijn. Niet elke hond wil spelen met andere honden.
Conclusie: gedrag is onder andere een uiting van emotie
Honden gedragen zich niet willekeurig. Elk gedrag is een uiting van een onderliggende emotie, gebaseerd op de zeven primaire systemen die Panksepp identificeerde. Door te begrijpen welke emotie de oorzaak is, kunnen we effectiever inspelen op het welzijn van de hond. Dit betekent dat we niet alleen naar zichtbare gedragingen moeten kijken, maar vooral naar de emotionele processen die eraan ten grondslag liggen. Wanneer we emoties serieus nemen en begrijpen, kunnen we honden beter begeleiden en ondersteunen op een manier die aansluit bij hun werkelijke behoeften.